NRC opinie, 11 april 2005

Burger is beter af zonder politieke partijen

   Alle plannen voor politieke vernieuwingen die de politieke partijen
voorstellen zijn gebaseerd op het fundamenteel omgooien van de
huidige praktijk met het doel de afschuw van de burger voor 'Den
Haag' tegen te gaan. Maar er hoeft geen enkele wet doorgevoerd te
worden om tegemoet te komen aan de wensen van de burger. De politieke
partijen zelf zijn het probleem en moeten verdwijnen.

   Een oplossing moeten we daarom ook niet verwachten van de huidige
politieke partijen, noch van de professionele politieke critici die
verwikkeld zijn in de huidige Haagse politieke structuren.
Geobsedeerd door de verhoudingen tussen de huidige politieke partijen
verliezen alle betrokkenen het zicht op wat er onder de oppervlakte
aan de hand is.

   De burger weet zelf ook niet goed hoe het dan wel precies verder
moet. Men wacht de verkiezingen af en kiest uit het aanbod van het
moment. Als er dan eens de kans is om op een individu te stemmen,
zoals in het geval van Fortuyn of Wilders, grijpt een aanzienlijk
deel van de burgers die. Omdat dit maar incidenten zijn die veel
aandacht trekken worden deze 'uitlaatkleppen' van het politieke
systeem disproportioneel groot waardoor ze de verleiding niet kunnen
weerstaan zich tot een partij om te vormen om de aanhang te kunnen
vertegenwoordigen. Die situatie is slechter dan een 'terug naar af'
omdat ze onderontwikkelde, zwakke partijen zijn zonder gedegen
programma.

   De verschuivingen per verkiezing ('het afrekenen') zijn nu groot en
zullen niet afnemen omdat de burger in dit systeem bij onvrede met
zijn politieke partij moet kiezen voor een andere partij. Er is
weinig om uit te kiezen omdat er maar een beperkt aantal partijen is
die ook nog eens samen een coalitie moeten gaan vormen. Waar de
burger voor stemt wordt door de afspraken in de coalitie ook nog eens
sterk afgezwakt. Maar als zijn of haar stem voor de oppositie blijkt
te zijn dan is dat een 'verloren' stem, want de oppositie is verdeeld
en machteloos. Al met al weinig motiverend voor de burger.

   Maximale keuze en een fijnmazige volksvertegenwoordiging is goed
mogelijk met ons huidige evenredige politieke stelsel. Het enige wat
moet veranderen zijn de spelregels in het parlement. Aangezien die
niet in de (Kies)wet zijn vastgelegd kan dat vandaag nog veranderen:
- Schaf de partijdiscipline af (de volksvertegenwoordiger moet
'zonder last en ruggespraak' beslissen).
- Schaf de 'lijsttrekker' af.
- Iedere volksvertegenwoordiger publiceert een uniek verkiezingsprogramma.
- De volksvertegenwoordiger onderhoudt zelf contact met de achterban
(nationaal, dankzij internet, geen districten nodig).
- Ministers en staatssecretarissen moeten solliciteren en worden
aangenomen en eventueel vervangen door de Tweede Kamer.
- In ieder verkiezingsprogramma staan de profielen van ministers.
- Niet de regeringspartijen maar de plenaire Tweede Kamer geeft de
regering opdracht beleid uit te voeren (dualisme).
- De Eerste Kamer pakt de oude taak weer op, los van partijbanden met
de Tweede.
- Politieke partijen staan op gelijke afstand van
volksvertegenwoordigers zoals andere private lobbyclubs.

   Als duizenden kandidaat volksvertegenwoordigers over de volle
breedte van het politieke spectrum opstaan dan wordt het aanvankelijk
lastig om iemand de eerste keer te kiezen. De huidige, ervaren
Kamerleden zijn dan in het voordeel. Maar als die nieuwe
volksvertegenwoordigers daarna trouw blijven aan het zelf opgestelde
verkiezingsprogramma, zullen burgers zich minder snel van hun
distantiƫren en zich beter vertegenwoordigd voelen. Bij acht miljoen
stemmers heeft elke volksvertegenwoordiger enkele tienduizenden
aanhangers. Eens in de vier jaar kan de kiezer dan evalueren of het
bevalt of niet.

   Het beleid zal minder stroperig en veel levendiger zijn, waarbij de
input van de achterban de volksvertegenwoordiger zal sturen in plaats
van de machtspolitieke strategiƫn van de politieke partij.
Onbezonnenheid en populisme wordt voorkomen doordat er 150
onafhankelijke Kamerleden zijn die continue onderling over complexe
afspraken moeten onderhandelen bij elke stemming in de Kamer en
bevlogen inhoudelijke betogen moeten houden om daarmee anderen te
overtuigen.

   De Eerste Kamer krijgt een zware taak om toe te zien op de kwaliteit
van een dergelijke productieve Tweede Kamer. Omdat specialismen niet
haalbaar zijn voor individuele volksvertegenwoordigers zal het
kabinet op hoofdlijnen aangestuurd moeten worden op basis van
duidelijke, goed beargumenteerde, ideologische keuzes.


   R. Rustema (MA)
   docent communicatie
   Amsterdam

<http://archief.nrc.nl/?modus=l&text=Burger+is+beter+af+zonder+politieke+partijen>


-- 
ReindeR

Antwoord per e-mail aan