Wordt deze mail niet goed weergegeven? Klik dan
hier!
Kim Pauwels
MARTHE (naar: Pierre Bonnard) Haar lichaam stroomt verf Hij heeft haar afgeschilderd Hij heeft haar licht opgevat Hij heeft haar ingewreven Zo schuimt zij gulzig water terwijl de kleuren buitelen tot de hemellichamen ZUSJE De kleine kist maakt het verdriet groter. niet en ook mijn handen weten zich geen raad. Breng haar verder tenzij in ons hart. Ik weet dat ze wil vluchten als een ster, sinister maar ver. In de melklucht heel klein, haar grote zus, te kijken naar haar val. Nu zij daalt Na de wens moet je blazen en vertel het tot hoop. MARETAKKENBRUID Ze kwamen in veelvouden van honderd Al weten we als de sterke herfst kronen we de winter toch weer Uit: Kim Pauwels. Tweelingstrijd
Uit het interview van Laura Demelza Bosma met Kim Pauwels:
Omdat mijn nieuwsgierige zus er telkens in slaagde mijn dagboeken te vinden en te lezen, probeerde ik al van jongs af om de meest banale, dagdagelijkse beslommeringen zo mooi en treffend mogelijk te verwoorden.
*
In zekere zin was het ook niet goed dat ik talen en literatuur ging studeren, want het lezen van al die grote meesters en klassiekers verpletterde en verlamde mij.
*
Tot ik twee zomers geleden moest verhuizen en al die bekrabbelde briefjes tegenkwam. Ik besloot alles te ordenen en te proberen een geheel te vormen van wat ik geschreven had.
*
Ik vind poëzie zo’n woord als liefde. Je mag dat niet te vaak in de mond nemen, want dan verliest het aan kracht en betekenis.
*
Ik hoor soms wel eens mensen zeggen “ik ben een man/vrouw uit één blok, één stuk.” Ik dus niet. Ik zie me eerder als een modulair systeem.
*
Poëzie is voor mij ook een beeld. De schikking van de woorden op een blad enerzijds, maar ook de betekenis, wat het oproept anderzijds.
*
Schrijven helpt dan om even stil te staan, als op een vluchtheuvel in de dagelijkse onophoudelijke stroom van denkbeelden.
Nieuwe Klassieker Dit seizoen worden de grenzen van de Meander Klassiekers aan alle kanten verkend. In het najaar analyseerde Jeroen van den Heuvel een kort vierregelig gedicht van Lévi Weemoedt. In januari besprak Inge Boulonois een light verse van Jaap van den Born. En nu een gedicht van slechts twee regels? Dick van Hoeve laat ons zien, dat deze regels van Willem Hussem het overdenken meer dan waard zijn. waarom die haast Willem Hussem (1900-1974) Uit: Schaduw van de hand (1965)
Deze bespreking en alle eerdere afleveringen zijn te lezen op de site van de Klassiekers. Hester van Beers
Hester van Beers (1995) studeert Medical Engineering. Ze vangt het leven graag in woorden. Haar debuutbundel Het einde van de roltrap verschijnt binnenkort. Poëzie van Hester werd eerder gepubliceerd in Meander Magazine, Tijdschrift Ei, Avier en in de bundel Toch, nachtegaal, zing voort van de Turing Gedichtenwedstrijd. De bundel verschijnt op 11 maart en wordt uitgegeven door Lipari. De rode draad in de gedichten is de overgang naar de volwassenheid en daarmee het verlies van de kinderlijke zorgeloosheid. Wat kom je tegen op de reis na het einde van de roltrap, wanneer je zelf moet gaan klimmen? Vaatvernauwing Onze straat krimpt als een vaatvernauwing, iedere ochtend een vreemdeling; als je te veel spijkers in de muur slaat, dat de stilte wortel schiet. De maan tekent gebouwen Onkruid We weten dat je alleen op tijd komt Je bloedt op het papier en noemt het poëzie ’s Avonds zoemt je elektrische tandenborstel Uit: Hester van Beers. Het einde van de roltrap Uitgeverij Lipari vraagt voor het omslagontwerp van door haar uitgegeven dichtbundels telkens een jonge (onbekende) kunstenaar. Sommige bundels zijn hierdoor ook in een museum te bekijken. Voor de bundel van Hester vroegen ze Katja Fred.
Katja is in 2005 afgestudeerd als illustrator aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. Toch is ze meer dan alleen een illustrator: ze beschikt over meerdere kunstdisciplines. Haar persoonlijke illustratiewerk is gefocust op filosofie en ze zet haar kunsten graag in voor maatschappelijke kwesties. Een selectie uit de gedichten die werden ingezonden voor de Meander Dichtersprijs 2017.
Anouk Smies (1975) HET TALENT TOT BEDENKEN Ze lacht harder nu Het gegiechel komt aan Alleen mensen Treffen Ooit hoorde zoals je je, Anouk Smies maakt met haar tweede bundel, Wie heeft een middelpunt nodig, kans op de J.C. Bloemprijs 2017 Jeanet van Omme (1960) inburgering in een stormvloed spoel je aan ze bakeren je stevig in eten op zondag appeltaart steeds weer zeveren ze ze hebben slechte ogen en nette benen uit welke hoek de wind waait ze spreken met twee woorden dat de wind weer gaat liggen Jeanet van Omme deed aan drie rondes van de Meander Dichtersprijs mee en telkens behoorde haar inzending tot de geselecteerde gedichten. Wim Vandeleene (1972) kubus schaars ben je: een vierkante bol. zo kan ik je verzamelen, liever snijd ik je uit hout, als je op één van je zes buiken valt dans ik over het ganzenbord. Wim Vandeleene is een van de winnaars van de eerste ronde van de Meander Dichtersprijs 2017. Met dit gedicht deed hij daarom buiten mededinging mee.
Recensies
In de nieuwe ‘Poëzie Kort’ recensies van Yolandi de Beer, Lennert Ras en Hans Puper over ‘Die aarde is ’n eierblou ark’ van Susan Smit, ‘Vrije uitloop’ van Saskia Stehouwer en ‘Drie steden twee ogen’ van Hanz Mirck.
Yolandi de Beer schreef de bespreking van ‘Die aarde is ’n eierblou ark’ in haar moedertaal, het Afrikaans. ‘Misschien moet alles eerst op tekening hersteld’ is de vierde bundel van Alja Spaan. Ze schrijft dagelijks, direct na het opstaan en zegt achteraf niets te wijzigen. Recensent Eric van Loo: ‘Soms zijn er nog droombeelden die in het schrijven doorsijpelen, in ieder geval is de waakzame oordelende geest nog niet helemaal wakker. Alle ruimte dus voor het creatieve, associatieve brein.’ Het resultaat is verrassend.
Recensent Paul Roelofsen over de nieuwe bundel van Peter Verhelst: 'Koor' is een door Verhelst zelf samengestelde bloemlezing uit eerder werk.
Het eerst gedicht, ‘Voor het vergeten’, zet meteen de toon, die van een rebel, een durfal ( … )’. Een enkele keer toont hij te weinig zelfkritiek bij de opname van gedichten, maar over het algemeen genomen is het een zeer goede bundel. Roelofsen neemt ook de gelegenheid te baat om uitgevers te kapittelen over hun teksten op het achterplat. Recensent Levity Peters is niet echt ingenomen met de nieuwe bundel van Martijn den Ouden, ‘Een kogelvrije zomer’. Zijn belangrijkste bezwaar is dat ieder gedicht gespeend is van enige emotie en betrokkenheid. Toch zal zijn recensie velen nieuwsgierig maken.
De nieuwe bundel van Jabik Veenbaas heet ‘Stad van liefde’. Hij is in staat een huidige liefde te verbinden met gelukkige herinneringen en weemoed over wat in diezelfde liefde niet herhaalbaar is. Maar hij doet meer. Over het gedicht ‘marilyn monroe, breakfast in bed’ schrijft recensent Hans Puper: ‘Zelden las ik een mooier beeld van de onweerstaanbare Marilyn die zelfs van de machtigste mannen ter wereld weerloze pubers maakte.’
Recensent Johan Reijmerink over ‘Meervoudig afwezig’: ‘Perquin heeft met deze nieuwe bundel een zeer leesbare, verrassend knappe bundel geschreven die voor mij een aards-metafysische inslag heeft, zonder dat hij humor en directheid mist. In haar pogingen het afwezige in het aanwezige te laten zien vanuit het deel of het geheel, maakt deze bundel tot een existentiële ervaring met een spirituele kwaliteit.’
Colofon
|
Title: Kim, Hester, Anouk, Jeanet en Wim