Wordt deze mail niet goed weergegeven? Klik dan
hier!
Anneke Wasscher
Anneke Wasscher (Aalsmeer, 1946) begon in 2008 met het schrijven van verhalen en poëzie. Met proza werd ze tweemaal genomineerd voor de Piet Paaltjensprijs. In 2012 won ze de tweede prijs bij Literair Zeist met een verhaal. In 2013 won ze met poëzie de eerste prijs bij Stichting Ongehoord en bij de Hillegomse gedichtenwedstrijd. In 2014 volgde de Citerprijs met een gedicht bij een kunstwerk. Haar werk is gepubliceerd in ongeveer veertig verzamelbundels; in 2014 o.a. in 'Blauwdruk' en 'Reizigersgeheimen', allebei van uitgeverij Kontrast. Ook publiceerde ze in literaire tijdschriften, o.a. in 'Schoon Schip'.
illegaal
wanneer ik dichter bij je kom zie ik alleen een bange blik die naakt zijn pijlen op me richt en niemand die je warmen kan een schaduw valt over me heen negeert de grenzen tussen ons ik inhaleer de lucht van treurigheid zoek wapens tegen weerloos zijn een mens die nergens welkom is vervreemdt van zijn betekenis het laatste oordeel telt de dagen genade hoort je zeker niet de tenten worden nu geruimd jouw status schuilt in lichaamstaal ik breng je dekens voor de nacht zodat mijn binnenkou verdwijnt hier en nu in de genadeloze stilte van onze kamer spreekt alleen mijn schaduw lichaamstaal ik ben vandaag geen heer en meester hier mijn handen kunnen de nacht niet witwassen als dit het rustpunt was van onze reis dan zou ik wel mijn ogen sluiten en slapen gaan de nieuwe atlas van de tijd ligt op mijn schoot er is niemand die over mijn schouder kijkt en de weg wijst naar onbegonnen bergtoppen of naar woestijnen die geduldig op ons wachten ik vind in onze la het restje van een droom met de vergeefse hoop dat hij wordt waargemaakt geen vlag meer om de plekken te markeren die we dachten te bereiken, de stof is al vergaan het land van leegte reikt veel verder dan de horizon ik mis mijn gids die elke bange voetstap horen kan pas als de rouw me warm houdt als een oude jas dan zal voor mij jouw weggaan onomkeerbaar zijn Bitter ze boent de laatste restjes glans en zachtheid weg uit het bestaan zodat haar huid aan grauwe lijnen wint ze doet de voordeur dicht, zoekt het tegoed in stille kamers waar opgekropte woede wordt gespaard ze kan het oude leven niet vergeven denkt dat een wanklank onweer wordt en nacht geen licht verdragen kan haar spiegelbeeld vertelde nooit een leugentje om bestwil dus krijgt ook dat de schuld er komt veel etter uit oud zeer haar kindsbeen schrijnt het heelt niet meer
Uit het interview van Lennert Ras met Anneke Wasscher:
De liefde voor poëzie werd me met de paplepel ingegoten. Ik declameerde al heel jong het gedicht ‘het schrijverke’ van Guido Gezelle.
*
Ik trouwde toen ik tweeëntwintig was en kreeg snel kinderen. Daardoor heb ik heel lang niet aan schrijven gedacht.
*
Ik werkte 23 jaar in de verslavingszorg. Mijn sociale betrokkenheid zie je soms terug in mijn literaire werk.
*
Ik schreef eens een gedicht over het tentenkamp in Ter Apel voor illegalen. Ik bracht daar dekens heen. Tegelijkertijd denk je: wat hebben ze er eigenlijk aan? Je doet het ook voor je eigen gemoedsrust en ik hoopte dan maar dat in ieder geval één persoon het hierdoor warm had gehad ’s nachts.
*
Slammen vind ik zo knap. Dat ze zo voordragen zonder papier. De kunst om presentatie en taal perfect voor het voetlicht te brengen. Ik bewonder slamdichters heel erg. Ook omdat ik het zelf niet kan.
*
In 2013 bij Dichters in de Prinsentuin was ik één van de weinigen zonder eigen bundel. Maar ik vind het moeilijk om een uitgever te benaderen. Ik houd er niet zo van jezelf aan te prijzen of jezelf in de verkoop te doen.
Klassiekers
Nieuwe Klassieker
Deze week verscheen als aflevering 189 van de Klassiekers de bespreking door Hans Puper van het in 1893 in Dansen en Rhytmen gepubliceerde prozagedicht ‘Amstelveld’ van Frans Erens (1853 - 1935).
Amstelveld
Met plassen ligt het Amstelveld; 't schijnt dat je er door henen kijkt, door den grond, als door een versleten stuk tapijt. De plassen spiegelen 't gouden licht der stijgende zon, stijgend achter de huizenrij van de Prinsengracht. […] De koster van de houten kerk zit voor de glazen maar wel verborgen achter de blauwe horretjes. Vroeg is hij altijd bij de hand. Met plassen glimt het Amstelveld. Alle afleveringen zijn te lezen op de site van de Klassiekers. Verzekerd zijn van maandelijkse toezending? Ga naar abonneren. Ook een bijdrage leveren aan de Klassiekers? Neem contact op (de letters X uit het adres verwijderen). Antoinette Sisto
Antoinette Sisto (1963) werkt bij Meander mee aan de rubrieken Dichters en Wereldpoëzie. Ze studeerde Italiaanse taal- en letterkunde en volgde een studie voor vertaler Italiaans aan de Hogeschool van Utrecht. Enige tijd geleden verscheen bij uitgeverij Oorsprong haar bundel 'Iemand moet altijd gemist worden'.
Gouden herfst Je mag die gouden herfst van mij gerust houden dat weelderig onbevangen herfstgetij dat langs raast straks dat in een warreling van zuidenstormen stramme regens al wat ik heb geschreven en begeerd heb deze zomer meeneemt, afvoert langs donkere dagen, asfaltwegen. Zal het gefilterd licht dat tussen stapelwolken valt een andere blik werpen op gedachten zo zorgvuldig gerangschikt in mijn tuin, perken vol afrikaantjes, viooltjes en onkruid tussen de tegelvoegen dat ik heb weggeknipt? Of heb ik geen verstand van ordenen is mijn gazon van bovenaf uit het slaapkamerraam te zien als een grote berg aarde zonder mol? De minizitjes die ik gekocht heb zijn onpraktisch denk ik waar moeten ze staan straks als het stormt en wij binnen achter de ramen kijken naar één groot snikkend waas over al dat goudachtig geel. Imaginair Het heeft alle schijn van verliefdheid dit turbulente licht rond mijn gezicht glimp in voorbijgaande spiegels het heeft dezelfde aanstekelijkheid als de weerklank van een schaterlach. Waarom ik de hand boven mijn ogen houd verder weg moet kijken koppig de laagstaande zon trotseer als aan het eind van deze winter weer geen lente in zicht is. Ik vlucht niet van je weg heb ik besloten niet over begaanbare wegen van knerpend grint of krakend hout ik vlucht alleen nog in mijn hoofd. Fracties van geluk verbind ik aan elkaar ijdele stippen op een wegenkaart. Ik weet dat hij op jou moet lijken in alles - werkelijk, op jou.
Uit het interview van Rob de Vos met Antoinette Sisto:
Onderweg zijn vind ik heerlijk. Ik geniet van het zien van andere landschappen, het proeven van nieuwe gerechten, de klank van een vreemde taal om me heen.
*
Ik sprak als kind mondjesmaat Italiaans, maar ik kon echt alles verstaan, zelfs het plattelandsdialect van mijn grootouders.
*
Tijdens zomervakanties wanneer we door mijn vaders’ geboortedorp liepen, liet hij ons stilstaan bij de rioleringsputjes in de witte steegjes en wees naar de lictorenbundels die daarop afgebeeld staan. ‘Zie je dit, Mussolini heeft deze rioleringen nog laten aanleggen’, zei hij dan.
*
Ik dacht dat ik het Italiaans al heel grondig beheerste, maar door te vertalen leerde ik de taal pas echt tot op het bot kennen.
*
Italië is een land van grote tegenstellingen, dat is het altijd geweest. Je hebt er hartverwarmende gastvrijheid, maar ook georganiseerde misdaad, er is culturele en artistieke rijkdom, maar ook schrijnende armoede.
*
Ik weet zeker dat ik door het werken voor Meander kritischer naar poëzie ben gaan kijken en beter weet waarom ik van bepaalde gedichten erg enthousiast raak.
*
De leegte die ontstaat als je afscheid hebt moeten nemen en iemand moet missen in je leven, maakt creëren tot een natuurlijke bezigheid. Je kunt die ander opnieuw uitvinden, in een beter licht zien, dichterbij halen, de diepte van herinneringen opzoeken.
*
Meestal is in mijn eigen poëzie het landschap of de natuur een ‘uitzicht’ dat gezien wordt vanuit een raam. Soms ook bevindt het zich net buiten de muren van een huis, maar altijd heeft het raakpunten met de bewoonde wereld, met mensen, soms geliefden die er komen of wonen.
Recensies
Toon Tellegens nieuwe bundel De werkelijkheid kenmerkt zich door filosofische en theologische grondtonen. Ze verlenen aan zijn gedichten een bezwerende inhoud. De gehele bundel bieden ze structuur.
Tellegen zoekt in zijn poëzie een weg door een wereld vol tegenstrijdigheden naar een utopie die aan zijn scheppingskracht blijft ontsnappen. De werkelijkheid blijkt alleen maar aan zichzelf te werken, en legt daarbij een grote onverschilligheid voor ons mensen aan de dag. Ons rest enkel de onmogelijke mogelijkheid om te proberen de werkelijkheid naar onze hand te zetten. Het vuil van de schoonheid van Erik Bindervoet zou 'onweerstaanbaar grappig' zijn. Wie niet over eenzelfde gevoel voor 'humor' beschikt, ziet er eerder een steeds herhaalde flauwe poging in anderen belachelijk te maken.
Voor Zand op een zeebed verzamelde Lies Van Gasse een aantal van haar graphic poems en verbond ze door de episode 'De Sirenen' uit te breiden met nieuwe fragmenten en die over het boek te verspreiden. Grilligheid ten top, in ieder opzicht. Als je echter het grondplan van de bundel eenmaal ziet, wordt duidelijk hoe alles zich van elkaar onderscheidt of op elkaar aansluit. En verder moet je niet proberen al te rationeel te lezen, maar je laten onderdompelen in beeld en taal van een bijzondere, eigenzinnige wereld met mythische trekjes.
Juliën Holtrigter laat Raadselwater, zijn zesde bundel, 42 gedichten met een losse thematische samenhang, voorafgaan door een motto van Czesław Miłosz: Als secretarissen, elkaar onbekend, lopen we rond op aarde, zonder veel te begrijpen. Het geeft mooi Holtrigters bijna naïeve insteek voor deze bundel weer. Op een onnadrukkelijke manier, bijna terloops, plaatst hij de kleine mens tegenover het het kosmische wereldraadsel en navigeert hem naar posities waarin deze zich daarvan rekenschap geeft en van daaruit naar zingeving zoekt.
In Alledaagse Ergernissen combineren foto's van Bianca Sistermans met gedichten en prozateksten van Sasja Janssen en Eva Gerlach. Het resultaat is een fascinerend geschenkboek om vooral zelf te houden.
Colofon
|
Title: Anneke Wasscher, Antoinette Sisto